Soms voel je je niet zo fijn. Misschien voel je je wel boos, verdrietig, bang of gewoon rot. Dan gaat het thuis mis, of op school of met andere kinderen.
Soms weet je zelf niet waar dat nou allemaal door komt.
Vaak gaat het na een tijdje gewoon weer over, maar jammer genoeg niet altijd. Het lukt je dan niet om het op te lossen, ook al heb je daar al heel erg je best voor gedaan.
Je vader en/of moeder willen graag dat het goed met je gaat, maar weten soms ook niet precies hoe ze jou het beste kunnen helpen. Als je ouders het goed vinden, kan je een tijdje naar mij toekomen. Dan gaan we samen kijken wat jou helpt om je weer beter te voelen.
Als volwassenen zich rot voelen, gaat het vaak beter door erover te praten. Maar kinderen willen meestal niet alleen maar praten; ze willen ook spelen en tekenen.
Daarom heb ik een kamer met speel- en knutselmateriaal. Je kan er spelen met zand en water, met de boksbal en het poppenhuis, met auto’s, of in de poppenkast. Je kan er ook verven en kleien en knutselen. Dat kan allemaal goed helpen om je weer fijner te voelen.
Meestal kom je één keer in de week. Als je onder schooltijd komt, vinden jouw ouders en de school dat goed.
Ik ga ook met papa en mama praten want zij willen natuurlijk graag weten hoe het met je gaat en hoe we er met elkaar voor kunnen zorgen dat het weer goed gaat. Ik ga dan niet vertellen wat jij allemaal bij mij doet of zegt. Dat kan jij zelf wel doen, als je dat wil. En als je dat moeilijk vindt en je wil dat liever niet, dan hoeft dat ook niet. Dat geldt ook voor school.
Het gaat uiteindelijk om jou!